Alles is gezondheid: Annette Postma over de waarde van groen voor de gezonde mens

Bij Groen Groeit Mee weten we dat groen en water bijdragen aan de mentale en fysieke gezondheid. Toch werken het gezondheidsdomein en het ruimtelijke domein nog vaak langs elkaar heen. Gemeenten en projectontwikkelaars ontwerpen nieuwe wijken zonder gezondheidsprofessionals tijdig te betrekken. Andersom mengt de gezondheidswereld zich nog weinig in ruimtelijke ontwikkelingen. Het resultaat: groen dat mooi oogt, maar niet altijd aansluit bij de gezondheidsbehoeften van bewoners. Hoe kunnen we die kloof dichten? We vroegen het Annette Postma van Alles is Gezondheid. Haar missie: natuur inzetten voor een gezondere samenleving.

“Alles is Gezondheid is een netwerkprogramma dat zich richt op het bevorderen van een gezonder Nederland,” vertelt Annette. “Wij werken samen met ruim 3.000 partners, van gemeenten en provincies tot zorginstellingen, bedrijven en belangenorganisaties. Zo verbinden en versterken we concrete initiatieven die bijdragen aan een gezonder leven. Het gaat ons vooral om gezondheidsbevordering en preventie. We willen zorgen dat mensen gezonder leven, zodat ze gelukkiger zijn en minder snel ziek worden. Daarbij richten we ons op allerlei factoren, zoals een gezonde werkplek, het tegengaan van kinderarmoede en het bevorderen van sociale cohesie. Zelf houd ik mij bezig met de fysieke leefomgeving, want ook die heeft een belangrijke invloed op de gezondheid.” 

De tekst gaat verder onder de foto

Portret Annette Postma
Annette Postma

Vier effecten van groen op gezondheid

Annette noemt vier wetenschappelijk onderzochte effecten van groen en gezondheid. De meest onderzochte is mentaal welzijn. “Ons brein functioneert evolutionair gezien nog steeds alsof we in de natuur wonen,” legt ze uit. “Daarom worden we er rustig van, zelfs als we er vijf minuten naar kijken. Er is niet voor niets een 300-meter principe bij ruimtelijke ontwikkeling, dat zegt dat er binnen 300 meter van woningen groen moet zijn. Maar bij ouderen en jongere kinderen is dat nog steeds niet dichtbij genoeg. Je moet altijd kijken naar de specifieke doelgroep waarvoor je ontwerpt. Kleine stukjes groen, zoals tuinen, buurtparkjes en groene bermen maken vaak al veel verschil. Dat komt ook goed naar voren in de groeneschakeltheorie van Groen Groeit Mee.”

Het tweede effect betreft groen voor een gezondere leefstijl. “Veel grote volksziekten, zoals diabetes, hart- en vaatziekten en reuma, hangen hiermee samen. Door meer te bewegen, te ontspannen, sociale verbinding te hebben en beter te slapen, kunnen de klachten verminderen. Groen in de leefomgeving speelt daarin een belangrijke rol.”

Dan is er nog de omgevingskwaliteit. “Groen verkoelt op hete dagen, zuivert de lucht en dempt geluid. Dat is vooral in steden van belang, waar hittestress en luchtvervuiling grote problemen zijn.” 

Het laatste effect heeft te maken met microbiologie. “Bomen knuffelen zou toch wel eens een positief effect kunnen hebben op de gezondheid,” lacht Annette. “Dat komt doordat de blootstelling aan natuurlijke micro-organismen ons immuunsysteem versterkt.” 

Bomen klimmen en slootje springen

Annette’s passie voor groen en gezondheid ontstond al in haar vroege jeugd op de boerderij. Daar merkte ze dat buiten zijn, in bomen klimmen en slootje springen haar goed deden. Nu brengt ze deze kennis bij Alles is Gezondheid dagelijks in de praktijk. Als netwerkadviseur natuur en leefomgeving verbindt ze partijen met elkaar, die er samen voor kunnen zorgen dat de leefomgeving echt gezond wordt ingericht. “Ik zet liefst gebiedsontwikkelaars en architecten aan tafel met zorgverleners en GGD’en, maar ook met welzijnswerkers en buurtsportcoaches. Lokaal merk ik dat dit soms al lukt en dan hoef ik zelf niet veel te doen, maar op landelijk niveau gaat het een stuk lastiger. Uiteindelijk wil ik bij iedereen tussen de oren krijgen dat groen een krachtig middel kan zijn om meer gezondheidswinst te realiseren, maar dan moet het wel op de juiste manier worden ingericht.”

Dat laatste benadrukt Annette niet voor niets. “In de praktijk zie ik dat groene organisaties en beleidsmakers zeker aan gezondheid denken, maar vaak zonder de juiste specialisten erbij te betrekken. Ze denken het zelf wel te weten, waardoor het effect van groen op gezondheid te idealistisch wordt ingevuld en er onjuiste uitspraken worden gedaan over de gezondheidswaarde, zowel inhoudelijk als financieel.”

De tekst gaat verder onder de foto

Een vrouw op een scootmobiel rijdt in het Noorderpark. Naast haar wandelt een hond mee.

Gezondheidsmechanismen zijn complexer dan veel wordt aangenomen

Het gaat om de kleine nuances die bepalen of mensen echt gebruikmaken van het groen dat je voor ze ontwerpt. Annette: “Die mechanismen zitten vaak een stuk complexer en indirecter in elkaar dan landschapsarchitecten en ecologen aannemen. Groen kán een positief effect hebben op de gezondheid, maar dan moet het wel passend worden ingericht. Ingenieursbureau’s kunnen prima berekeningen maken van technische indicatoren, zoals fijnstof en hitte, maar als het gaat om leefstijlaspecten als beweging, ontmoeting en ontspanning, dan kun je de duiding beter aan gezondheidsprofessionals overlaten.” 

De welbekende houtsnipperpaden brengen dit dilemma goed in beeld. “Dit soort paden zijn populair, omdat ze fijn zijn voor sporters en de biodiversiteit bevorderen,” aldus Annette. “Voor de rollator zijn ze echter een ramp, dus ouderen komen hierdoor niet verder dan de stoep. Een eenvoudige oplossing is om het groen direct rondom de huizen in te richten op de ouderen en iets verderop te zorgen voor ‘actiever groen’. Je kunt ook overwegen om te investeren in veilige, goed verlichte fietspaden, zodat de fitte mensen snel en makkelijk naar het buitengebied kunnen.”

Betrek de GGD vanaf het begin van je ontwerp

Door vanaf het begin van het ontwerp al gezondheidsprofessionals te betrekken, kom je sneller tot dit soort oplossingen, aldus Annette. “Een GGD kan het effect van groen op de gezondheid wetenschappelijk onderbouwd inschatten. Plús ze hebben een schat aan kennis over de bevolkingssamenstelling én de problemen die er in een wijk spelen. Denk aan eenzaamheid, obesitas, culturele verschillen of stress. Als je exact weet waar dit speelt, dan kun je heel gericht bepalen waar de ontmoetingsplekken in het groen moeten komen, zoals bankjes, kleine parkjes en buurtmoestuinen. Ook de hardlooppaden, avontuurlijke natuurspeelplaatsen en parkjes zijn zo effectiever te plotten.”

Twee voorbeelden van gezondheid in het ruimtelijk beleid

Een gebied waar gezondheid daadwerkelijk in het ruimtelijk beleid voor stad en omgeving is opgenomen, is de regio Arnhem-Nijmegen. Daarover is het rapport De meerwaarde van groene buurtinitiatieven verschenen. Zo onderzocht  de GGD in een project wat de bewoners nodig hadden voor een gezondere leefstijl en dat bleek onder meer een pluktuin te zijn. “Geen enkele professional had dit destijds bedacht,” vertelt Annette, en deze gezamenlijke pluktuin draagt nu iedere dag bij aan de sociale cohesie en daarmee ook aan de gezondheid van de wijk.”

Ook het Hofbogenpark in Rotterdam spreekt Annette aan. Daar is een oude spoorlijn omgetoverd tot een stadspark, waardoor gezondheid en groen samengaan. “In dit project hebben de ruimtelijke ontwikkelaars veel samengewerkt met bewoners en ondernemers. Zij hebben ervoor gezorgd dat er een inclusieve inrichting is gerealiseerd, waardoor de bewoners die er het meeste baat bij hebben, vaak mensen uit achterstandswijken, het groen echt gaan gebruiken. 

Planten in het Hofbogenpark in Rotterdam, met op de achtergrond een rij woningen
Het Hofbogenpark in Rotterdam

Wetenschappelijk gedegen én praktisch toepasbaar

Deze pragmatische insteek past erg bij Annette’s visie op haar werk. “Ik vind het essentieel dat de kennis over groen en gezondheid goed wetenschappelijk is onderbouwd en tegelijkertijd moet deze pragmatisch zijn. Gezondheidsprofessionals hebben een andere informatiebehoefte dan projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen. Bij de eersten moet de kennis over groen en gezondheid tot in de puntjes zijn onderbouwd, terwijl professionals in het ruimtelijke domein vooral voorbeelden willen zien van maatregelen die zij direct in hun ontwerpen kunnen toepassen. Daarom heb ik afgelopen jaar zowel patiëntenfolders voor huisartsen ontwikkeld, als de Top-10 natuurinclusieve maatregelen voor nieuwbouw en gebiedsontwikkeling. Zo krijgen de domeinen meer begrip voor elkaar én worden ze in hun eigen behoefte voorzien.”

In de Top-10, die Annette samen met stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars uitbracht, staan tien natuurinclusieve maatregelen die de gezondheid van bewoners ten goede komen. “We beschrijven per maatregel wat het effect is op bewegen, ontspannen of het verbeteren van de afweer,“ vertelt Annette. “Zo kunnen professionals in het ruimtelijke domein er meteen mee aan de slag.”

Ook Groen Groeit Mee leverde vanuit de waarde ‘de gezonde mens’ een bijdrage aan deze Top-10. “Natuur en mens moeten met elkaar in balans zijn en daarom werken wij graag met programma’s als Groen Groeit Mee samen. Ook wij vinden waarden als biodiversiteit, waterbestendigheid, de identiteit en de toegankelijkheid van een gebied belangrijk. Als de natuur niet voldoende wordt beschermd, dan gaat het groen verloren en is er ook niets moois meer om in te recreëren. Laten we als gezondheidsprofessionals en ruimtelijke ontwikkelaars dus vooral met elkaar in gesprek gaan, in verbinding blijven en voor elkaar open staan. Of gezondheid nu je einddoel is of groen: samen kunnen we ervoor zorgen dat ze allebei de plek krijgen die ze verdienen!”

Annette’s do’s en don’ts bij ruimtelijke ontwikkeling voor gezondheid en groen

Do’s
- Vraag naar de gezondheidsdoelen van je gemeente en sluit daarop aan.
- Zet in op beweging, ontmoeting en ontspanning, vooral in achterstandswijken waar de grootste gezondheidswinst te behalen is. 
- Breid de 3-30-300 regel uit met een groen ommetje van 3000 meter om de wijk heen.
- Werk samen met het sociale domein, zodat er na aanleg van groen activiteiten worden georganiseerd die inwoners uitnodigen om het groen te gebruiken.

Don’ts
- Denk niet dat je alles al weet. 'NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander.' Blijf nieuwsgierig, vraag door. 
- Vul niet vooraf alles in, maar laat ruimte voor participatie en flexibiliteit.
- Probeer niet alle functies in één plot te proppen; zorg voor aantrekkelijke verbindingen met omliggende (groene) gebieden. Voorbeelden hiervan vind je in de (nieuwe) handreiking Groen bij uitbreidingslocaties van Groen Groeit Mee.